Vandaag zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Deze verkiezingen vinden een keer in de vier jaar plaats. Alle Nederlanders van 18 jaar en ouder mogen naar het stembureau. Daar kiezen zij de partij of persoon waarvan zij de plannen het beste vinden. De mensen die in de Tweede Kamer komen, nemen dan de besluiten namens het Nederlandse volk. Zij zijn onze volksvertegenwoordigers.
Maandag 15 maart en dinsdag 16 maart zijn de stemlokalen al open gegaan voor kwetsbaren en mensen uit een risicogroep. Vanwege COVID-19 is er sinds dit jaar de autostemstraat ontwikkelt. Op deze manier is het mogelijk om op een extra veilige manier toch je stem uit te brengen.
Alle stemmen worden vervolgens omgerekend naar een aantal plekken oftewel zetels in de Tweede Kamer. Alle verschillende partijen krijgen dus een paar stoelen in de Tweede Kamer. Om het land daadwerkelijk te gaan besturen heb je meer dan de helft van de stemmen nodig. Dat zijn er dus 76, want in de Tweede Kamer heb je in totaal 150 zetels.
Het komt in Nederland bijna nooit voor dat één partij alleen gaat regeren. Daarom moet de grootste partij na de verkiezingen op zoek gaan naar andere partijen die willen meedoen in de regering. De kabinetsformatie wordt dit genoemd. Er wordt gekeken welke partijen welke plannen hebben en welke het beste bij elkaar passen.
Die partijen gaan dan ministers en staatssecretarissen zoeken, met als voorzitter de minister-president. Die komt altijd uit de grootste partij. Alle afspraken en plannen komen in een regeerakkoord.