Klompen, die oncomfortabele, houten schoenen, waren vroeger het ideale schoeisel voor de Nederlandse modderige grond. Ze werden ook in andere landen in Europa gedragen, maar waren populair in Nederland omdat de zachte houtsoorten er in overvloed waren. In de 19e eeuw werd het dragen van klompen gezien als deel van het stereotype Nederlandse klederdracht.

In het buitenland bestaat er het beeld dat Nederlanders nog steeds op klompen lopen. Dit is echter al lang niet meer het geval en als er nu iemand op straat mee loopt, zou dit meteen opvallen. Soms worden ze nog wel door boeren gedragen voor het werk op het boerenlandschap. Verder zijn het vooral de toeristen die klompen mee naar huis nemen, als souvenir.